Bijenrassen

 

De honingbij komt over de hele aardbol voor, enkel niet op die plekken die extreem koud of warm zijn.

Ondanks dat we praten over 'de honingbij' bestaan er onderling verschillende rassen, ontstaan door verschil in ligging van de continenten, elke soort heeft zich aangepast aan de klimatolische omstandigheden van hun eigen leefgebied. Door de natuurlijke selectie hebben de locale inheemse bijen hun broednestontwikkeling ingesteld aan de perioden mét en zónder dracht in hun streek.

Zo kan er bij de soort Apis mellifera de volgende geografische rassen onderscheiden worden:

- de Westeuropese zwarte honingbij: Apis mellifera mellifera

- de Carnica honingbij: Apis mellifera carnica

- de Italiaanse honingbij: Apis mellifera ligustica

- de Kaukasische honingbij: Apis mellifera caucasica www.imkerpedia.nl/wiki/index.php/Apis_mellifera_caucasica

 

De Westeuropese honingbij:

Ook wel de bruine of zwarte bij genoemd, komt in grote delen van Europa voor, vooral in het westen, maar ook in het noorden tot de Oeral aan toe.

Ze is in het algemeen donker behaard, is nogal zwermlustig en niet bepaald zachtaardig. Ze benut de drachten vrij goed. De broednestontwikkeling komt in het voorjaar traag op gang. De koningin legt tot vrij laat in de herfst door, wat ongunstig is voor de overlevingskansen van de bij.

De Carnica honingbij:

Deze bij is grijs behaard. Opmerkelijk is dat de koningin soms lederkleurig is. Ze is van nature zwermlustig; echter de zwermlust is door selectie verminderd. Deze bij is bekend om haar grote zachtaardigheid. Bij het werken in/met deze bij trekt zij zich terug in de kast, wat de imker de ruimte geeft om rustig te kunnen werken. De broednestontwikkeling gaat in het voorjaar vlot van start, maar stopt vrij vroeg en abrupt tegen het eind van de zomer.

De Italiaanse honingbij:

Dit is een typisch gele bij met een geringe zwermlust. Ze broedt door tot laat in de herfst, terwijl de broednestontwikkeling vrij vlot verloopt. Ze is zachtaardig van natuur en vrij resistent tegen ziekten.

De Kaukasische honingbij:

Dit is een donkere bij met een grijze beharing. Ze kwam oorspronkelijk alleen voor in het subtropische Kaukasus-gebied. Ze is niet zwermlustig en zeer zachtaardig. De ontwikkeling van het broednest is in Nederland matig te noemen. Ze is nogal gevoelig voor ons vochtig en nat klimaat.

 

Door invoering van verschillende bijenrassen, uit de verschillende continenten, zijn er veel kruisingen ontstaan. Soms wordt er bewust geselecteerd en gekweekt naar specifieke raseigenschappen, zoals:

- de haaldrift (het halen en terugbrengen van o.a. de nectar naar de kast; in welke hoeveelheid en met welk werk-enthousiasme)

- het poetsgedrag/ziekteresistentie (met betrekking tot ziektebestendigheid: in hoeverre houden de bijen zichzelf 'schoon', dit in verband met de intrede van o.a. de varroamijt)

- De zachtaardigheid (in hoeverre zijn de bijen rustig en vriendelijk bij het werken in de kast)

- De zwermtraagheid (in hoeverre bezitten ze de drang om zicht voort te planten).

 

Een negatief "uitgevallen" genetische manipulatie van een honingbij is de Afrikaanse Killer Bee.

Het is een kruising tussen de Afrikaanse inheemse bij (Apis mellifera scutellatie) en Europese bijen zoals de Italiaanse (Apis mellifera ligustica), rond 1950 'ontwikkelt' door de bioloog Warwich E.Kerr. Hij verrichtte experimenten ten behoeve van het vinden van een honingbij welke veel meer honing verzamelde dan de Europese bij die toen standaard in Zuid-Amerika en zuidelijk Noord-Amerika gebruikt werd. In 1957 is door een menselijke fout deze kruising ontsnapt uit een laboratorium in Zuid-Amerika. De koninginnen paarden met darren van de Europese bij en de Killer Bee was ontstaan. Het is een soort die het hele jaar door kan zwermen. Bij ongunstige omstandigheden trekken de kolonies van het ene moment op het andere weg, daarbij nestholte, broed en raten achterlatend. Ze zijn extreem defensief en vallen met een groter aantal bijen aan dan de Europese bijen en achtervolgen een indringer ook verder, namelijk 170 meter, dan de Europese bijen, die na 25 meter gewoonlijk stoppen. Een Italiaanse honingbij heeft 19 seconden nodig om te gaan steken; de Afrikaanse bijen reageren binnen 3 seconden! Italiaanse kolonies kalmeerden na 2 tot 3 minuten; de Afrikaanse kolonies hadden een half uur (en soms langer) nodig voordat zij kalmeerden. De vorstgrens beperkt de Killer Bee hun verspreidingsgebied uit te breiden naar (Noord)-Europa en Noord-Amerika.

 

Daar tegenover bestaat er een positief "uitgevallen" genetische manipulatie, namelijk de Buckfast-bij geschapen door broeder Adam, die werkzaam was bij de St. Mary's of Buckfast Abbey, een benedictijner abdij in Groot-Britannie.

Voor een verdere, uitgebreidere beschrijving van deze bij verwijs ik u graag naar de Link: Buckfast (Apis mellifera nigra var. Buckfast of ook wel apis mellifera adami genoemd).

Solitaire bijen

 

Er zijn op zichzelf gericht levende (solitaire) bijen en er zijn in gemeenschap/kolonie levende (sociale) bijen. En dan zijn er nog de koekoeksbijen welke leven van de zorg van andere bijen.

 

De wijfjes van de solitaire bijen houden er elk een eigen nest of reeks van nesten op na, die zich meestal onder de grond, in holle plantedelen of in zelf uitgeknaagde gangen in een oude boom bevinden. (Tegenwoordig bestaan er ook bijenhotels specifiek gemaakt voor solitair levende bijen).

In de solitair levende bijen moet de koningin alles zelf doen. Bij de in kolonie levende bijen worden de werkzaamheden hoofdzakelijk door de werksters verricht.

Een solitair levende koningin stopt in elke cel die ze opbouwt, zoveel proviand bij het gelegde ei, dat de larve precies voldoende voedsel tot zijn beschikking heeft om tot ontwikkeling te komen. In de grote familienesten gaat het geheel anders; daar zijn voortdurend de voedsters onder de werksters in de weer om de larven eten te geven.

Tenslotte zijn er de koekoeksbijen die hun eieren leggen in de cellen van andere bijen en laten de zorg van hun kroost over aan andere voedsters.